Slechte adem (foetor ex ore of halitosis) is een onaangename geur bij de uitademing die vaak door de persoon zelf niet geroken wordt. Het is niet tijdelijk maar chronisch aanwezig.
Voorkomen
Het is niet bekend hoeveel mensen last hebben van een slechte adem. Veel mensen schamen zich ervoor, of weten niet dat ze een slechte adem hebben omdat ze het zelf niet ruiken.
De slechte adem wordt meestal veroorzaakt door bacteriën achter op de tong, die een zwavelachtige stof produceren. Deze bacteriën gedijen het best in een zuurstofarm gebied, zoals achter op de tong en tussen tanden en kiezen.
Oorzaak van een slechte adem
Er zijn verschillende oorzaken voor een slechte adem:
- veranderde samenstelling van bacteriën in de mondholte gedurende de nacht, die leidt tot een slechte adem die ’s ochtends te ruiken is (tijdelijke mondgeur)
- ontstekingen in de mondholte zoals tandvleesontsteking, carieuze gebitselementen, ontstoken verstandskiezen.
- keelontsteking, zoals bij een amandelklierontsteking (tonsillitis)
- afwijkingen in de neus, zoals kinderen die kleine dingen in de neus stoppen zoals een pinda of kraaltjes
- kanker in de bovenste luchtwegen, slokdarm, maag of long
- een niet goed werkende kringspier aan de bovenzijde van de maag waardoor slecht ruikende lucht uit de maag kan ontsnappen
- het gebruik van geneesmiddelen zoals penicilline (slechts bij langdurig gebruik) en bloeddrukverlagende middelen (geven soms een drogere mond en daardoor mondgeur).
- alcoholgebruik, of inname van voedingsmiddelen zoals knoflook en koffie
- roken
- bepaalde ziekten zoals lever- en nieraandoeningen of suikerziekte
- hongeren zoals bij bepaalde diëten
Hoe weet ik dat ik een slechte adem heb?
Het allerbeste is iemand anders te vragen om aan de adem te ruiken om te testen of er inderdaad sprake is van slechte adem. Een wit/gelige plaklaag op de tong is zeer kenmerkend voor een slechte adem.
Ook is het mogelijk op de achterzijde van de hand te likken, even te wachten en dan te ruiken. Bij een slechte geur ruikt u vaak een zwavellucht. Tenslotte kan met een wattenstaafje over de tong worden gestreken. Aan dit staafje kan men dan zelf ruiken of er een nare geur aanwezig is.
Er is een apparaat, de Halimeter, die de hoeveelheid zwaveldeeltjes kan bepalen en zo kan vaststellen of er sprake is van frisse of slechte adem.
Wat kunt u er zelf aan doen?
Het reinigen van de mondholte door poetsen of flossen is belangrijk. Poets minstens tweemaal per dag de tanden. Vermijd knoflook en alcoholgebruik. In de drogisterij zijn vele middelen te verkrijgen ter verbetering van de geur van de adem. Aan te raden is ook een tongreiniger te gebruiken.
Wanneer naar de huisarts of tandarts?
Veel mensen gaan naar de huisarts omdat ze opmerkingen over hun mondgeur door hun omgeving hebben gekregen. Ook vinden sommige mensen zelf dat ze een slechte adem hebben, hoewel de omgeving dit niet merkt. Als dit problemen geeft is het goed de huisarts of de tandarts te bezoeken.
Wat doet de huisarts?
De huisarts of tandarts zal allereerst een aantal vragen stellen om er proberen achter te komen wat de oorzaak kan zijn voor de halitosis. Ook belangrijk is in welke mate het voorkomt en in welke omstandigheden het problemen kan geven.
Als iemand andere ziekten heeft zoals suikerziekte zal de huisarts of tandarts daar gericht op ingaan.
Daarna zal de huisarts of tandarts de mondholte onderzoeken en ook gaan ruiken of er inderdaad sprake is van een slechte adem. Het gebit zal bekeken worden of hier de oorzaak ligt.
Afhankelijk van de klachten die iemand verder nog heeft bijvoorbeeld het hebben van maagzuur kan een huisarts gerichter onderzoek aanvragen, bijvoorbeeld een maagonderzoek.
Behandeling
De behandeling is verschillend en afhankelijk van de oorzaak. Bij slechte adem bij het opstaan is het advies de vorige avond veel water te drinken. Bij slechte mondhygiëne is het advies beter te poetsen dan wel de tandarts of de mondhygiënist te bezoeken. Soms is het nodig van geneesmiddel te veranderen als dit de oorzaak is. Mondspoelmiddelen hebben een zeer tijdelijk effect en lossen het onderliggende probleem niet op. Veel andere genoemde oorzaken zullen dienovereenkomstig behandeld moeten worden.